Voor hij in Utrecht belandde, werkte Carst al als hoofdinspecteur Handhaving bij diverse gemeentes in de provincie. Een grotere gemeente kent een veel bredere organisatie, met dus ook meer ruimte voor specialisatie. En dus een grotere uitdaging.
“In Utrecht kreeg ik de kans meer de diepte in te gaan op mijn vakgebied. Zo ben ik de laatste jaren veel werkzaam in de oude binnenstad. Daar doe ik vooral inspecties van gebouwen en werfkelders die al meer dan 800 jaar oud zijn. Prachtig interessant. De constructies van de werfkelders stammen uit de tijd van paard en wagen. Als je dan bedenkt hoe de binnenstad er nu nog bijstaat, is dat heel bijzonder. Utrecht is daar uniek in.”
“In een gebied waar gebouwd wordt, ben ik het aanspreekpunt voor bewoners, ondernemers, projectontwikkelaars en aannemers. Samen met de toezichthouder op de bouw hou ik zicht op bouwwerkzaamheden en de gevolgen voor de omgeving. We beoordelen onder andere de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de veiligheid.”
“Ik begeleid allerlei bouwkundige projecten. Van het onderzoeken van brandgevaarlijke gevels bij flats, tot de controle van vloeren in parkeergarages en de kwaliteit van stalen balken in balkons. Dat zijn soms projecten die ontstaan als gevolg van fouten in constructies, waar ook ter wereld. Risico’s die je wil uitsluiten voor de bewoners van je gemeente.”
“Als hoofdinspecteur is het mijn taak om de feitelijke situatie vast te leggen bij meldingen en calamiteiten. Bij de inspectie controleer ik dan of het gebouw veilig is voor bewoners en bezoekers. Zijn gebouwen zó oud, dan heb je naast je bouwkundige kennis ook gewoon je boerenverstand nodig. Als ik twijfels heb over de veiligheid van de constructie, betrek ik een van onze constructeurs. En je staat er sowieso nooit alleen voor, want je bent een schakel in een hecht team.”